skip to Main Content

BOELI VAN LEEUWEN:  PATRIARCH MET TRIO

Stram als Pruisische cadetten,
fluit en klarinet in aanslag,
in lakense pakken geperst en gewurgd in genadeloze boorden
staan ze daar
als een Picasso
kubistisch in het beeld.
De brede hand van de pianist laat zich gelden
en streelt beschermend de vergeelde toetsen van zijn instrument.
Diepe vouwen in het tapijt (tiraalguribasuela
nosteisakapotrèt).
Maar op de piano
een fluwelen kleed
waarin gouden bloemen bloeien.
Men verwacht iedere seconde het bevel: ‘Die Augen rechts!”
Want daar zit de zachte profeet,
de Abraham van de familie,
de patriarch met gezag omgord.
Ogen, die op aarde alles reeds hebben gezien
bezonken maar gebiedend,
formidabel met zijn bizar kalotje op het zware hoofd.
In zijn handen,
gelooid door de zon
en bespikkeld als een webu ‘i bibu
ligt de toekomst: geschreven muziek!
Broos maar onwrikbaar, een magistrale figuur,
lijkt hij op een wijze uit het Oosten
of de leider van een sekte in een obscuur en afgelegen land.
Zijn majesteit wordt vergroot
door een slobberig en slordig pak
en afgetrapte schoenen zonder veters.
Ik ben die ik ben, sobrá ta ko‘imakaku.
Hij is een Palm.
En in de schaduw van zijn blaren
hebben wij zorgvuldig de kostbare dadels vergaard:
delicate walsen
hitsige tumba’s
en hoofse mazurka’s.
Muziek die van ons is en van ons alléén.
Drie Palmen en hun patriarch, tijdloze dragers van onze cultuur.

Back To Top