skip to Main Content

EEN ROMAN VAN OUD-PREMIER ETIENNE YS OVER EEN VOORGENOMEN HERVORMINGSPROGRAMMA

(Een eerdere versie van deze recensie is gepubliceerd in het Antilliaanse dagblad van 28 september 2024)

Wat als niet West-Europa maar West-Afrika grote delen van het Westelijk Halfrond had veroverd en gekoloniseerd? Het was dit interessante idee dat oud-premier Etienne Ys heeft geïnspireerd tot zijn debuutroman De Barmachtige Staat die op 21 september jongstleden is gepresenteerd op Curaçao tijdens het Wintertuin Festival.
Deze roman speelt zich af in een denkbeeldige wereld. Vanuit Asanteman, aan de Afrikaanse Westkust, regeert de Asantehene, de keizer van het machtige Asante Imperium. Dit imperium strekt zich uit over een groot deel van Afrika, Europa en het nieuw ontdekte continent Kusi Asasetam, aan de overkant van de oceaan. Kumasi, de hoofdstad van Asanteman, is het wereldcentrum voor handel, wetenschap en kunst.
In het Asante imperium overheerst niet het Engels of Spaans, maar de taal van de Ashanti. Niet het Christendom of de Islam is de dominante religie, maar de Akom, de religie van de Akan bevolking in Ghana en het volk van de Oostelijke Ivoorkust. De fysieke eigenschappen van de zwarte mens zijn de normen der schoonheid. Een samenleving waar kente, een typische Ghanese stof die kenmerkend is voor de Ashanti, de trend is. Een samenleving ook waar de sprookjes van Sneeuwwitje en Roodkapje plaats hebben gemaakt voor de verhalen van Anansi. Een wereld waar Jahwe is teruggedrongen door de oppergod Nyame. Witte mensen zijn slaafgemaakten die nostalgisch dromen over het glorieuze Romeinse rijk.
Centraal in deze roman staat Botan Po, een autonoom eiland met beperkt zelfbestuur in het Asante Imperium dat in staatkundige zin vergelijkbaar is met de positie van Curaçao in het Koninkrijk der Nederlanden. Evenals de fundamentele staatkundige herstructurering waardoor Curaçao op 10 oktober 2010 een autonoom Koninkrijksdeel werd, was er ook in Botan Po sprake van een staatkundige hervorming. 
In Botan Po was het de Kroonprins die een hervormingsprogramma voorstelde. Dit hield in dat de gewone burger meer inspraak krijgt in het staatsgebeuren. Er komt een onafhankelijk Hof voor de rechtspraak. Vrouwen krijgen meer rechten en slaafgemaakten meer vrijheid. Ook de Taínos, een inheemse stam die onderwerpen is door de Ashanti, krijgen meer rechten. Er worden beperkingen ingevoerd op de slavenhandel en slaafgemaakten krijgen de mogelijkheid om zich vrij te kopen. Ook krijgen ze het recht op persoonlijk bezit, het recht om een concubinaat aan te gaan en vrijheid van religie.

Krachtenveld
In reactie op dit hervormingsprogramma ontstonden er in Botan Po drie stromingen. Er was een stroming die de status quo wilde handhaven, een tweede die de hervorming met geweld wilde doorvoeren en een derde die geleidelijkheid propageerde. De eerste stroming werd gepersonaliseerd door de steenrijke senator Kwaku van de welvarende provincie Dagbon. De tweede door de radicale slaafgemaakten Claudius en Titus en de derde door Koning Yaw en de Kroonprins.
In dit krachtenveld leek aanvankelijk senator Kwaku de sterkste. Met duistere machinaties slaagde hij erin dat in de Confederatieraad de stemming over het wetsvoorstel voor Staatkundige Hervormingen en Burgerrechten, dat de juridische basis was voor dit hervormingsprogramma, voor onbepaalde tijd werd uitgesteld.
Senator Kwaku vreesde dat extra vrijheden en rechten voor slaafgemaakten tot meer kosten zouden leiden voor de slavenhouders. Levensmiddelen zouden duurder worden en de concurrentiepositie van Botan Po zou verslechteren.
Hij had een ander plan, namelijk het Dagbon-Kesee-project. Samen met de leden van de aristocratie en het bedrijfsleven had hij dit project ontworpen waardoor het goudwingebied in zijn provincie met bijna 150.000 hectare werd uitgebreid. Het betekende wel dat dat de Taínos verder afgesneden zouden worden van hun drinkwatergebied en jachtgronden.
Senator Kwaku slaagde er ook in dat de slaafgemaakte Yaro die hij beschouwde als een onruststoker, ter dood werd veroordeeld. Tot grote ergernis van senator Kwaku verspreidde Yaro het verboden christelijk geloof onder de slaafgemaakten en propageerde hij dat de slaafgemaakten gelijkwaardig zijn aan de Ashanti. In De Barmachtige Staat wordt de spanning knap opgebouwd met ‘Vijf dagen voordat Yaro naar de galg wordt gebracht’, dan vier, dan drie, dan twee, dan één. Yaro is als de verdoemde Santiago Nasar in Kroniek van een aangekondigde dood van Gabriel García Márquez.

 

Yaya
Yaro was niet zomaar een slaafgemaakte. Hij was gezaghebbend onder de slaafgemaakten die hem Marcus noemde, naar de toenmalige Romeinse keizer Marcus Aurelius.
Zijn moeder was de yaya van de Kroonprins. De Koning gaf toestemming dat Yaro met zijn moeder het koninklijk paleis in mocht als zij kwam oppassen op de Kroonprins.
Yaro en de Kroonprins groeiden daardoor samen op. Hun lievelingsboek was De verhalen van Anansi. ‘Samen zaten ze, zij aan zij, op de marmeren vloer, blote voeten op de koele tegels, de rug tegen de muur’.
De Koning zorgde ervoor dat Yaro de beste opleiding kreeg die Botan Po te bieden had waardoor hij kon lezen en schrijven. De Kroonprins ging op zeventienjarige leeftijd gedurende vijf jaar, voor verdere studie naar Kumasi. Bij terugkeer werd hij de legerleider van Botan Po. De Kroonprins en Yaro bleven ook daarna hechte vrienden.
Tot verrassing van iedereen, inclusief de Kroonprins, bleek Yaro de buitenechtelijke zoon te zijn van de Koning. Yaro is dus de halfbroer van de Kroonprins. Een echo dus van Frits Ruprecht en zijn halfzus Maria in Mijn zuster de negerin van Cola Debrot.

 

Omslag
Op the morning after, op de ochtend dus na de terechtstelling in zijn opdracht van zijn eigen zoon Yaro, werd de Koning met een loodzwaar gemoed wakker. De geur van de vochtige aarde bereikte hem die ochtend niet en de vogels lieten zich ook niet horen. De Almachtige Nyame die elke ochtend tot hem sprak via de zachte bries, het aroma van de vochtige aarde en het gezang van de vogels, zweeg die ochtend als het graf. De Koning voelde zich verlaten.
Wel landde een imposante vogel op de balustrade met een spanwijdte die bijna gelijk was aan zijn lichaamslengte. ‘Zijn verenkleed glansde zwart in het zonlicht, en op zijn kale kop pronkte een opvallend gele kleur’. Een vogel die leek op de kleine geelkopgier die de dood van veraf ruikt. De vogel vloog weg toen twee bezoekers bruusk de heilige ruimte van de Koning betraden.
De twee bezoekers die urgent de Koning wilden spreken, waren de commandant Agyeman van de Koninklijke Wacht en de koningin-moeder Amma. Beiden hadden verontrustende berichten. De koningin-moeder deed een dringend beroep op de Koning om de Kroonprins ervan te weerhouden om afstand te doen van de kroon nu zijn hervormingsplan voor onbepaalde tijd was uitgesteld.
Agyeman informeerde de Koning dat senator Kwaku achter de mislukte moordaanslag op de Kroonprins zat waar de Kroonprins alleen een schampschot aan had overgehouden. Deze mislukte moordaanslag was een waarschuwing van senator Kwaku. Als de Kroonprins zijn hervormingsplan zou doorzetten zou hij vermoord worden (‘Het volgende schot zal wel raak zijn’).
Na dit bericht gaf de Koning opdracht om onmiddellijk senator Kwaku en zijn vrouw Prinses Adjowa te arresteren. Een ingrijpende kentering dus in het krachtenveld. 

Dertig Mei
Na dit arrestatiebevel en de terechtstelling van Yaro braken grootschalige rellen uit. De hoofdweg naar de provincie Dagbon gebarricadeerd met grote stenen en grofvuil; de spoorweg opgeblazen en de haven van Dagbon lamgelegd. De rijkste provincie van Botan Po dreigde zich af te scheiden.
Uit boosheid over de terechtstelling van Yaro rukten slaafgemaakten op naar de hoofdstad van Botan Po om te protesteren. Ontevreden Taínos deden mee met de opmars van de slaafgemaakten. Het leek wel Dertig Mei.
Er was één verschil. Op Dertig Mei werd militair ingegrepen op Curaçao, maar dat kon niet op Botan Po, want er dreigde muiterij in de legertop.
Tot overmaat van ramp overleed in deze buitengewoon precaire situatie de Koning.
A perfect storm dus.
Met de ingrijpende kanteling in het krachtenveld kwam de Kroonprins terug op zijn voornemen om afstand te doen van de troon.

Debuut
De Barmachtige Staat is een geslaagd debuut. De omkering van rollen in de zin dat witte mensen de slaafgemaakten zijn; en Ghana en niet West-Europa de dienst uitmaakt, is verrassend. Het leidt tot een boeiende perspectiefwisseling.
Mooi is ook het vleugje magisch realisme met het verschijnen van de kleine geelkopgier op naargeestige momenten.
Ook al speelt de roman zich af in het imaginaire Botan Po, het heeft toch trekken van de Caraïbische couleur locale met echo’s van Mijn zuster de negerin van de Bonairiaanse auteur Cola Debrot en Kroniek van een aangekondigde dood van de Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez.
De ruime politieke en bestuurlijke ervaring van oud-premier Ys is de voortstuwende kracht in deze wervelende roman over de aanloop naar een ingrijpend hervormingsprogramma op een denkbeeldig eiland dat in staatkundige zin vergelijkbaar is met de positie van Curaçao in het Koninkrijk der Nederlanden. 

 

 

Back To Top