De politieke boodschap van Frank Martinus Arion’s ‘”Dubbelspel”’
Gepubliceerd in ” Drie Curaçaose Schrijvers in veelvoud”, pagina 499 t/m 503 (De Walburg Pers, 1991))
De politieke boodschap van Frank Martinus Arion’s “Dubbelspel” is een constant gegeven in de latere romans van deze auteur.
Het boek speelt zich af op Curaçao en gaat ogenschijnlijk over een dominospel tussen vier personen: Boeboe Fiel (taxichauffeur van beroep), Manchi Sanantonio (deurwaarder), Janchi Pau (scharrelaar) en Chamon Nicolaas (huisjesmelker en afkomstig uit Saba). Chamon is de ‘outsider’ die het samen met Janchi in het dominospel opneemt tegen Boeboe en Manchi. Het is echter een “Dubbelspel” want de twee domino-partners Chamon en Janchi hebben het ook gemunt op de vrouwen van hun tegenstanders. Chamon houdt het in het geheim met Nora, de vrouw van Boeboe, en Janchi heeft goede hoop dat Chamon’s vrouw, Solema, bij hem zal intrekken.
“Dubbelspel” eindigt in een drama voor Boeboe en Manchi. Niet alleen verliezen deze twee op beschamende wijze het dominospel tegen Janchi en Chamon, maar ook hun leven schiet erbij in. Een dubbele nederlaag dus. Boeboe ontdekt de heimelijke relatie van Nora en Chamon, en gaat Chamon te lijf, maar die is hem te snel af en steekt hem dood. Manchi pleegt zelfmoord als hij thuis aangekomen van het dominospel ontdekt dat Solema hem verlaten heeft. Chamon draait de gevangenis in en is dan niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk een ‘outsider’. Alleen voor Janchi heeft “Dubbelspel” een ‘happy end’: hij leefde nog lang en gelukkig met Solema.
De politieke boodschap
De politieke boodschap van “Dubbelspel” moet scherp onderscheiden worden van de beschrijving van de sociale realiteit van de ‘underclass’ op Curaçao. Nora personifieert deze sociale realiteit. Zij heeft een groot gezin met veel financiële noden. Zo kan haar zoon Ostrik niet naar school omdat hij geen schoenen heeft. Haar man is weliswaar taxichauffeur maar regelmatig verbrast hij het geld met prostituées. Om toch wat bij te verdienen deelt zij het bed met Chamon. Als ze uiteindelijk het geld bij elkaar gesprokkeld heeft om de schoenen voor haar zoon te kopen, moet ze dat weer aan drank uitgeven voor de gasten die bij haar thuis komen om de afloop van het dominospel te zien.
Onder het dominospel wordt er door de spelers heftig gedebatteerd over de Curaçaose samenleving, maar de politieke boodschap van “Dubbelspel” wordt op de laatste pagina van dit boek verklapt, en wordt uitgedragen door Solema. Solema verklaart zich een voorstander van een maatschappij op coëperatief-socialistische grondslag omdat dit een Afrikaans organisatiepatroon is:
“Het is van de bestaande ideologieën, de ideologie, die onze mensen (die wèl van hun persoonlijke vrijheid houden, maar niet zo individualistisch denken, of beter voelen, als de meeste blanke volkeren) volgens mij het beste ligt. Democratie en het coöperatieve organisatiepatroon vinden wij trouwens in Afrika en ook vroeger bij de slaven. Met een veelzeggende knipoog besloot ze: ‘Het is dus ook iets van onszelf!’
“Ik hoop dat haar streven succes heeft”.
Volledigheidshalve zij ook vermeld dat er een theorie is die stelt dat “Dubbelspel” partij kiest voor een, bepaalde politieke partij op Curaçao. In die theorie vertegenwoordigt Manchi die voorstander is van het particulier initiatief en ondernemerszin de Democratische Partij, representeert Boeboe die leider in spé is van de taxibond de Nationale Volks Partij (nu Partido Nasional di Pueblo) en Janchi Pau zou dan samen met Solema de ideeën uitdragen van de progressieve Movemento Antia Nobo (MAN). Chamon is buitenstaander.
De gelukkige afloop van “Dubbelspel” voor Janchi, wordt in deze theorie beschouwd als een vingerwijzing van de voorkeur van de auteur voor een van de lokale politieke partijen. Voorstanders van deze theorie wijzen op de ‘timing’ van “Dubbelspel”. Het boek verscheen vóór de Statenverkiezingen van 1973.
De receptie van de politieke boodschap van “Dubbelspel”
Hoe is de politieke boodschap van “Dubbelspel” ontvangen? In het algemeen kan gesteld worden dat bij het verschijnen recensenten waardering hadden voor de sociale dimensie van “Dubbelspel” maar weinig aandacht hadden voor de politieke dimensie van dit boek dan wel dit van secundair belang achtten.
Komrij geeft in zijn recensie herhaaldelijk aan dat de roman niet alleen een politieke boodschap heeft, maar hij verduidelijkt niet wat de politieke boodschap van het boek is. Hugo Pos (Het Parool van 11 augustus 1973) prijst de schrijver om zijn ‘duidelijk inzicht in de diepere beweegredenen van zijn personages’ en de weergave van ‘beklemmende sociale werkelijkheid van zijn eiland’. De recensent bewondert de vitaliteit van Nora, maar Solema vindt hij maar een ‘tamme exponente van onuitgewerkte nationalistische ideeën’.
Kees Fens (de Volkskrant van 25 augustus 1973) gaat vooral in op de constructie:
“De zesendertigjarige Frank Martinus Arion heeft in zijn omvangrijke roman “Dubbelspel” jammer genoeg te weinig aan het toeval, dat elke lezer vertegenwoordigt, willen overlaten. Tegen het risico dat de dingen geen betekenis krijgen heeft hij zich verzekerd door de dingen een betekenis te geven. Nadrukkelijk en vaak expliciet”.
De politieke boodschap van “Dubbelspel” komt niet aan de orde bij Kees Fens. Voor hem is het dominospel in het boek er ‘een tussen dood en vrouw’.
Karel Soedijn is in zijn recensie (NRC/Handelsblad van 5 oktober 1973) vooral onder de indruk van de collage-techniek van “Dubbelspel”: ‘Uit de ideeën en achtergronden van de verschillende hoofdpersonen komt langzamerhand een intrigerend beeld van het leven op Curaçao te voorschijn’. Over de politieke boodschap wordt niet gerept. Wel vindt Soedijn het boek een ‘knappe sociale roman’.
In De Groene Amsterdammer van 21 december 1973 komt de recensent Vogelaar tot de conclusie dat “Dubbelspel” een sociale roman is, die geschreven is met veel vakmanschap en fantasie. De politieke strekking van het boek komt hem echter ‘enigszins naïef’ over.
De politieke boodschap van “Dubbelspel” in relatie tot de andere twee romans van Frank Martinus Arion
Frank Martinus Arion heeft zich naderhand beklaagd over de ontvangst van de politieke boodschap van “Dubbelspel”. Hij achtte dit aspect verwaarloosd door de kritiek. In de daaropvolgende roman “Afscheid van de Koningin” (1975) heeft hij zich ervan willen verzekeren dat de politieke boodschap ‘loud and clear’ zou overkomen.
De politieke boodschap van “Afscheid van de Koningin” wordt in tegenstelling tot “Dubbelspel” niet bewaard tot de laatste pagina, maar wordt vanaf het begin van het boek levensgroot aangebracht waardoor het verhaal van de hoofdpersonen wordt overschaduwd. De politieke thema’s zijn: het neo-kolonialisme in Afrika, de neo-koloniale politiek van Nederland en apartheid in Zuid-Afrika.
Het verhaal van “Afscheid van de Koningin” draait om drie hoofdpersonen: Sesa Lopes (een Antilliaanse journalist woonachtig in Nederland), Nel Prior (een Hollandse huisvrouw uit Hoorn) en Naomi Jobert (een bevallige blanke dame uit Zuid-Afrika). De Antilliaanse journalist is op weg naar Songo, een kleine Afrikaanse republiek waar een geslaagde aanslag op de president Gaston Wawili heeft plaatsgevonden. Naomi Jobert zit naast hem in het vliegtuig, en hij raakt met haar in gesprek. In Songo aangekomen mag er niet uitgestapt worden en ze vliegen door naar Parijs. In Songo stapt mevrouw Prior in. Mevrouw Prior heeft in Songo de politieke boodschap van “Dubbelspel” in de praktijk gebracht en heeft de bevolking laten zien wat er met coöperaties bereikt kan worden. Zij is ook verantwoordelijk voor de aanslag op de president. Het verhaal eindigt met een volledig bekeerde Naomi die geheel overtuigd is van het misdadige karakter van apartheid en radicaal besluit dat zij een kind wil van Sesa Lopes.
Brengt “Afscheid van de Koningin” de politieke boodschap van “Dubbelspel” in de praktijk, in de daaropvolgende roman “Nobele Wilden” (1979) plaatst Frank Martinus Arion deze politieke boodschap eerst binnen het kader van de mei-revolutie in Parijs om die tenslotte te verbreden.
“Nobele Wilden” vertelt het verhaal van Julien Bizet Constant uit Martinique, die zijn geloof hervindt in Lourdes en tenslotte daar hulpbisschop wordt. Hij beleeft de gebeurtenissen in mei ’68 in Parijs met Mabille Jasmin, een Hindoestaanse uit Martinique, en met Ursula Cambiael, een Zwitserse die een plantage erft op Martinique. In Lourdes wordt Julien Bizet Constant sterk beïnvloed door pater Père Maure, door de gestoorde dichter Peyre Cardenal II en door de communistische kroegbaas Joseph Varin.
In een interview met schrijver dezes in de Amigoe van 22 februari 1980 geeft Frank Martinus Arion aan dat “Nobele Wilden” wel vijftien motieven heeft variërend van metropool versus platteland tot het faillissement van jeugdbewegingen. Als leidmotief geldt echter mijns inziens de leuze ‘De verbeelding aan de macht’, de bekende maar vage kreet uit de mei-revolte in Parijs. Dit was oorspronkelijk ook de titel van deze roman. ‘De verbeelding aan de macht’ wordt in “Nobele Wilden” geconcretiseerd in politieke issue’s als de onafhankelijkheid van Martinique, het arbeiderszelfbestuur op Ursula’s plantage op Martinique en het belang van de moedertaal zoals het Creools en het Zuidfranse Patois versus de officiële taal in casu het Frans.
“Nobele Wilden” eindigt met de conclusie dat Lourdes vanwege de daar aanwezige menselijke solidariteit het model is van hoe de wereld eruit moet zien. De politieke boodschap van “Dubbelspel” van een maatschappij op coöperatief-socialistische grondslag wordt in “Nobele Wilden” aldus eerst geplaatst binnen het kader van de mei-revolte in Parijs en tenslotte verbreed tot het algemene verbroederingsprincipe dat terug te vinden is in alle grote godsdiensten.
De politieke boodschap van “Dubbelspel”
Ruim tien jaar na “Nobele Wilden” lanceert Frank Martinus Arion met het oog op de Statenverkiezingen 1990 op de Nederlandse Antillen, een nieuwe politieke partij onder de naam ‘KARA’. Conform het partijprogramma is het doel van deze partij om de economische produktie van de Antillen in het algemeen en van Curaçao is het bijzonder te verhogen, opdat binnen vier jaar een economische onafhankelijkheid bereikt kan worden om daarna te gaan werken aan politieke onafhankelijkheid die uiterlijk in 1998 gerealiseerd moet zijn.
Het ideologische kader van deze partij is dat het een combinatie beoogt van het socialisme en het kapitalisme. Het ‘traditionele kapitalisme’ leidt tot extreme klasse-verschillen en Derde Wereld-armoede. ‘Extreem socialisme’ betekent bureaucratie en improductiviteit waardoor op den duur slechts verdeling van armoede mogelijk is.
Frank Martinus Arion neemt met de politieke partij KARA afstand van “Dubbelspel”, in dat boek bepleitte hij immers een maatschappij op coöperatief-socialistische grondslag. Wel wordt in actiepunt nr. 7 van het partijprogramma gesteld dat arbeidsparticipatie in bedrijven en winstdeling, de arbeidersproductiviteit en de motivatie verhogen en daarom gestimuleerd moeten worden. De politieke partij KARA weet overigens niet de benodigde stemmen te vergaren om mee te mogen doen met de Statenverkiezingen.
De politieke boodschap van “Dubbelspel” mag dan wel achterhaald zijn, zijn beschrijving van de sociale realiteit heeft na al die jaren noch aan actualiteit noch aan kracht ingeboet. Het boek heeft talloze herdrukken beleefd en prijkt op de boekenlijst van menig scholier, waardoor het met recht een ‘classic’ genoemd mag worden.